Thomas Szasz

Thomas Szasz behoort tot de libertarisme stroming: radicaal vrije markt, natuurlijke rechten, vrijwilligheid — trekken richting anarchisme

Thomas Szasz(1920–2012)

Libertarische psychiater die medische dwang ontmaskerde als staatscontrole over lichaam en geest

Thomas Szasz was een psychiater die de moed had om zijn eigen vakgebied te ondermijnen. Als professor psychiatrie aan de State University of New York verklaarde hij gedurende vijf decennia oorlog aan het medisch establishment, de farmaceutische industrie en elke vorm van gedwongen "behandeling". Hij toonde aan dat psychiatrie vaak niet geneest maar controleert — en dat medische dwang incompatibel is met menselijke waardigheid.

Szasz was geen academische revolutionair vanuit de ivoren toren, maar een praktiserend psychiater die zijn patiënten nooit tegen hun wil behandelde. Hij weigerde om "geestesziekte" te gebruiken als excuus om mensen van hun autonomie te beroven. Zijn werk vormt de intellectuele basis voor medische vrijheid en lichaamsautonomie.

Belangrijkste ideeën

De mythe van geestesziekte

Szasz' beroemdste stelling: "geestesziekte" is een metafoor, geen medische realiteit. Echte ziekten hebben fysieke oorzaken; mentale "aandoeningen" zijn vaak gedragsproblemen of levensuitdagingen die worden gemedicaliseerd.

"Mental illness is a myth. Bodies have diseases, not minds."

Psychiatrie als sociale controle

Het psychiatrisch systeem wordt vaak gebruikt om afwijkend of ongewenst gedrag te onderdrukken onder het mom van "behandeling". Het is een vorm van sociale controle die zich voordoet als wetenschap.

Consensuele psychiatrie vs. dwangpsychiatrie

Szasz maakte onderscheid tussen vrijwillige hulpverlening (waarbij de patiënt de dienst afneemt) en gedwongen psychiatrie (waarbij de staat de "ziekte" definieert en de "behandeling" opdringt).

Medische vrijheid als fundamenteel recht

Mensen hebben het recht om medische behandeling te weigeren, ook als anderen denken dat ze "ziek" zijn. Lichaamsautonomie is onaantastbaar.

Kritiek op het therapeutisch establishement

Szasz bekritiseerde hoe therapeuten vaak de rol van morele gidsen overnemen, waarbij persoonlijke verantwoordelijkheid wordt weggenomen onder het mom van "ziekte".

The Myth of Mental Illness (1961)

Het boek dat de psychiatrie deed beven.

In zijn doorbraakwerk The Myth of Mental Illness ontleedt Szasz het concept van geestesziekte als een wetenschappelijk inadequate metafoor die wordt gebruikt om sociale controle uit te oefenen. Hij toont aan dat wat we "geestesziekten" noemen vaak normaal menselijk gedrag is dat door de samenleving als problematisch wordt ervaren.

Kernpunten uit The Myth of Mental Illness

  • Ziekte vereist fysieke pathologie
    Echte ziekten hebben objectief meetbare fysieke oorzaken. Mentale "stoornissen" zijn vaak subjectieve beoordelingen van gedrag.

  • Psychiatrie als pseudo-wetenschap
    De psychiatrie maskeert waardeoordelen als medische diagnoses, waardoor morele en sociale kwesties worden gemedicaliseerd.

  • Het gevaar van labels
    Psychiatrische diagnoses kunnen worden gebruikt om mensen te stigmatiseren, hun rechten te ontnemen en dwangbehandeling te rechtvaardigen.

  • Persoonlijke verantwoordelijkheid
    Door gedrag als "ziekte" te labelen, wordt de persoonlijke verantwoordelijkheid weggenomen en de autonomie ondermijnd.

Libertarisme en medische ethiek

Szasz was consequent libertariër in zijn benadering van medische ethiek:

  • Anti-paternalisme: Artsen hebben niet het recht om "voor het eigen bestwil" van patiënten te beslissen
  • Vrijwillige transacties: Alle medische behandeling moet gebaseerd zijn op wederzijdse toestemming
  • Kritiek op staatsinterventie: Regeringen hebben geen recht om medische behandeling op te leggen
  • Zelfbeschikking: Mensen hebben het recht om "verkeerde" keuzes te maken over hun eigen lichaam en geest

Waarom Szasz vandaag essentieel is

In een tijd van toenemende medicalisering van het dagelijks leven, COVID-mandaten, verplichte vaccinaties en "mental health"-interventies, zijn Szasz' inzichten actueler dan ooit.

Hij herinnert ons eraan dat medische autoriteit niet morele autoriteit is, en dat wetenschappelijke expertise geen excuus is voor dwang.

Zijn werk vormt het intellectuele fundament voor iedereen die gelooft dat lichaam en geest van het individu toebehoren aan het individu — niet aan de staat, niet aan artsen, en niet aan de "gemeenschap".

"The proverb warns that 'You should not bite the hand that feeds you.' But maybe you should, if it prevents you from feeding yourself."