De gesubsidieerde eetlust

De gesubsidieerde eetlust

1 juli 2025
De NOS leidt ons door de morele woestijn met een oase van collectieve zorg: alsof het vanzelfsprekend is dat iemands eetpatroon een medische aandoening is, en dat het solidariteitsbeginsel verlangt dat anderen betalen voor de gevolgen van zijn bestek. De staat wordt voorgesteld als een warme deken van empathie, terwijl hij in feite een dwangbuis is die verantwoordelijkheid uit handen slaat.

Wie vandaag nog gelooft dat zorg in Nederland draait om gezondheid, heeft waarschijnlijk ook gedacht dat de snackbar onderdeel is van het voedingscentrum. De NOS kopt dat een meerderheid van de Nederlanders wil dat „een medicijn tegen overgewicht" in het basispakket komt. Oftewel: wat ooit gold als gevolg van keuzes — een zittend bestaan, overeten, tijdvoorkeur — wordt nu gepromoveerd tot maatschappelijk probleem, verpakt in een farmaceutische oplossing en op kosten van de gemeenschap afgewikkeld.

Thomas Szasz had het niet beter kunnen diagnosticeren: obesitas wordt niet langer beschouwd als gedrag, maar als ziekte — een noodzakelijke framing om het morele vraagstuk te verplaatsen naar een technisch, verzekerbaar domein. Het is de klassieke transformatie van vrije wil naar medische afhankelijkheid. Niet de mens is verantwoordelijk, maar zijn metabolisme. Niet zijn daden, maar zijn diagnose. De staat, met zijn verplichte zorgstelsel, krijgt zo een steeds dieper mandaat over het menselijk lichaam — onder het mom van hulp.

De paradox van collectieve zorg

De ironie is dat dit morele schuldsaneringstheater pas mogelijk wordt binnen een collectief systeem. De verplichte zorgverzekering met zijn „basispakket" is namelijk geen vrijwillige verzekering, maar een gedwongen herverdelingsmechanisme waarin morele keuzes geanonimiseerd worden. Wie gezond leeft betaalt — letterlijk — voor wie dat niet doet. Moral hazard wordt geen probleem, maar een beleidsdoel. Het is zoals Hans-Hermann Hoppe schreef:

„Whenever property rights are institutionalized as collective rights, the incentive to delay gratification deteriorates. Time preference rises, and civilization regresses." — Hans-Hermann Hoppe, Democracy: The God That Failed (2001)

Als obesitasbestrijding uit belastinggeld wordt gefinancierd, dan is de boodschap glashelder: leef zoals je wilt, de gemeenschap vangt de rekening op. Wat in een vrije markt ondenkbaar zou zijn — het dwingen van anderen om jouw gedrag te verzekeren — wordt onder het regime van publieke zorg als deugd gepresenteerd. Niet alleen wordt het gedrag niet ontmoedigd, het wordt beloond met farmaceutische shortcuts die de oorzaak intact laten. In plaats van autonomie, krijg je apathie. In plaats van zelfdiscipline, krijg je semafoor-beleid waarbij de huisarts de poortwachter wordt tot je volgende injectie.

De staat als morele boekhouder

De staat — en zijn gezagsdragers in witte jassen — presenteert deze omkering als vooruitgang. „Toegankelijkheid van zorg" klinkt mooier dan „herverdeling van schuld". Maar wie betaalt? En nog belangrijker: wie beslist? Zodra iets in het basispakket zit, is de keuzevrijheid verdwenen. De premie is verplicht. Het alternatief — je eigen zorgverantwoordelijkheid nemen, een gezonder leven leiden en géén bijdrage leveren aan de afslankspuiten van je buurman — is geen optie meer. Want solidariteit is geen keuze in Nederland, maar beleid.

In een werkelijk vrije orde zou zo'n situatie ondenkbaar zijn. Verzekeraars zouden risico's differentiëren, individuen zouden premievoordeel halen uit gezonder gedrag, en wie een chemische shortcut wil, mag die zelf betalen. De prijs werkt als signaal, niet als straf. Er zou concurrentie ontstaan op preventie in plaats van symptoombestrijding. En — misschien nog belangrijker — er zou een moreel appel bestaan op zelfbeheersing in plaats van op farmaceutische afhankelijkheid.

Maar in het Nederlandse zorgsysteem is het juist de zelfbeheersing die bestraft wordt. Wie afvalt met sport, betaalt alsnog mee aan het injectieschema van de ander. Wie vroeg opstaat voor een ochtendwandeling, financiert via de basispremie de Netflix+Chips lifestyle van de avondmens. Onder het mom van „gelijke toegang" maakt het systeem niemand gezonder, maar iedereen afhankelijker. De staat — als morele boekhouder — kwijtscheldt de schuld van de vadsigheid, en legt haar opnieuw op bij de productieve burger.

De ziekte van de vrijheid

Zoals Szasz al waarschuwde: zodra je gedrag als ziekte bestempelt, kun je dwang legitimeren als zorg. En zodra die zorg collectief gefinancierd is, wordt vrijheid een obstakel. Want in een samenleving waarin alles een medische aandoening is, wordt vrijwilligheid de enige vorm van ziekte die nog overblijft.

Wie risicoloos beloond wordt voor zelfdestructie, zal steeds minder reden zien om zich te beheersen.