
De avonden in de Rue Saint-Lazar
door Gustave de Molinari
Revolutionaire gesprekken tussen een econoom, socialist en conservatief die als eerste een complete anarcho-kapitalistische samenleving schetsen
De avonden in de Rue Saint-Lazar
In 1849, midden in de chaos van de Februari-revolutie en de opkomst van het socialisme in Frankrijk, publiceerde Gustave de Molinari dit revolutionaire boek. Het was het eerste werk dat systematisch alle overheidsfuncties — inclusief politie en defensie — wilde privatiseren. Door middel van twaalf avondgesprekken tussen een Econoom, een Socialist en een Conservatief ontwikkelde Molinari de meest radicale visie op de vrije markt die ooit was geschreven.
Het boek was bedoeld als antwoord op de socialistische propaganda van Louis Blanc en anderen, maar ging veel verder dan de gebruikelijke verdediging van eigendomsrechten. Molinari liet zien dat als concurrentie goed is voor brood, het ook goed moet zijn voor veiligheid. Als monopolies slecht zijn voor consumenten, dan moet het staatsmonopolie op geweld ook worden afgeschaft.
Kernthese
De samenleving wordt beheerst door natuurlijke, onveranderlijke en absolute wetten die niet genegeerd kunnen worden door conservatieven noch socialisten. De basis voor een vreedzame en welvarende samenleving is het recht op eigendom. Alle menselijke behoeften — zonder uitzondering — kunnen beter worden vervuld door concurrerende private ondernemingen dan door overheidsmonopolies.
Molinari's revolutionaire inzicht was dat het onderscheid tussen "publieke" en "private" goederen kunstmatig is. Als markten werken voor schoenen en brood, waarom niet voor veiligheid en rechtspraak? Zijn antwoord vormde de grondslag van wat later anarcho-kapitalisme zou worden genoemd.
De dialoog-vorm
Het boek is geschreven als een reeks gesprekken tussen drie karakters:
De Econoom (Molinari zelf): Verdediger van volledige laissez-faire en natuurlijke rechten
De Socialist: Vertegenwoordiger van Louis Blanc's ideeën over collectief eigendom en het "recht op arbeid"
De Conservatief: Verdediger van aristocratische privileges, protectionisme en beperkt kiesrecht
Door deze karakters met elkaar in debat te laten gaan, kon Molinari systematisch de zwakke punten van zowel socialistische als conservatieve argumenten blootleggen, terwijl hij een alternatief presenteerde dat radicaler was dan beide.
Hoofdargumenten
1. Natuurlijke wetten van de economie
Net zoals de natuurkunde wordt beheerst door onveranderlijke wetten, wordt de economie beheerst door natuurlijke principes die niet kunnen worden weggewenst door politici. Pogingen om deze wetten te schenden — door prijscontroles, handelsbarrières of redistributie — leiden altijd tot onbedoelde gevolgen die erger zijn dan het oorspronkelijke probleem.
2. Eigendom als basis van civilisatie
Eigendomsrechten zijn niet willekeurige sociale constructies maar ontstaan natuurlijk uit de menselijke behoefte om te overleven en te floreren. Zonder veilige eigendomsrechten heeft niemand prikkels om te produceren, sparen of investeren. Alle welvaart en vooruitgang hangt af van het respect voor eigendom.
3. Concurrentie in alle sectoren
Molinari paste economische logica consequent toe op álle menselijke behoeften. Als concurrentie de prijs verlaagt en kwaliteit verhoogt voor alle andere goederen, waarom zou dat anders zijn voor veiligheid, rechtspraak of onderwijs? Hij zag geen principieel verschil tussen het leveren van brood en het leveren van bescherming.
4. Kritiek op staatsmonopolies
Overheden zijn gewoon monopolies die hun "diensten" tegen kunstmatig hoge prijzen verkopen. Net als andere monopolies leiden zij tot slechte service, hoge kosten en klantontevredenheid — alleen kunnen klanten niet weglopen. Het staatsmonopolie op geweld is het meest schadelijke van alle monopolies.
5. Private productie van veiligheid
Molinari's meest revolutionaire voorstel was de privatisering van politie en defensie. Verschillende beveiligingsbedrijven zouden concurreren om klanten, net zoals restaurants concurreren om gasten. Marktwerking zou zorgen voor betere beveiliging tegen lagere kosten dan het huidige monopolistische systeem.
Specifieke hervormingen
Molinari besprak gedetailleerd hoe alle overheidsfuncties konden worden geprivatiseerd:
Intellectueel eigendom
Patent- en copyrightmonopolies moeten worden afgeschaft omdat zij innovatie remmen en kennis kunstmatig schaars maken.
Infrastructuur
Wegen, kanalen en spoorwegen kunnen beter door private ondernemers worden gebouwd en beheerd die concurreren om gebruikers.
Onderwijs
Onderwijsmonopolies leiden tot indoctrinatie en mediocre kwaliteit. Concurrerende scholen zouden innoveren en zich specialiseren om ouders te dienen.
Geld en bankwezen
Geldmonopolies door centrale banken leiden tot inflatie en economische instabiliteit. Vrije bankwezen met concurrerende valuta's zou stabielere en betrouwbaardere geldsystemen opleveren.
Rechtspraak
Private rechtbanken zouden concurreren om de beste rechtspraak te leveren. Verschillende rechtssystemen zouden naast elkaar kunnen bestaan, net zoals verschillende restaurants.
Postdiensten
Het overheidsmonopolie op postbezorging leidt tot hoge prijzen en slechte service. Private concurrenten zouden innoveren en efficiënter opereren.
De productie van veiligheid
Molinari's meest controversiële en invloedrijke idee was de privatisering van veiligheid. Hij stelde voor dat:
- Verschillende beveiligingsbedrijven zouden concurreren om klanten te beschermen
- Klanten zouden kunnen kiezen welk beveiligingsbedrijf hen het beste dient
- Marktprikkels zouden zorgen voor betere service tegen lagere kosten
- Conflicten tussen bedrijven zouden worden opgelost door private arbitrage
- Geweldsmonopolie zou vervangen worden door concurrerende dienstverlening
Deze ideeën waren zo radicaal dat zelfs de andere economen van de Guillaumin-groep er moeite mee hadden. Tijdens een debat in oktober 1849 verwerpen ze Molinari's voorstellen als te extreem — een reactie die hem deed besluiten zijn ideeën verder uit te werken.
Anti-socialistische polemiek
Het boek was geschreven als directe reactie op de socialistische revolutie van 1848. Molinari toonde aan dat:
Socialisme ontkent menselijke natuur
Socialisten geloven dat mensen kunnen worden getransformeerd door het veranderen van instituties. Maar mensen hebben universele kenmerken — eigenbelang, competitiedrang, diversiteit — die niet kunnen worden weggewenst.
Centrale planning is onmogelijk
Geen enkele planner kan alle informatie overzien die nodig is om een economie te runnen. Markten aggregeren wijsheid van miljoenen mensen; planners kunnen hoogstens de kennis van een kleine groep gebruiken.
"Recht op arbeid" is dwang
Het socialistische "recht op arbeid" betekent in praktijk dat anderen gedwongen worden banen te creëren. Echte rechten kunnen worden uitgeoefend zonder anderen te schaden — het "recht op arbeid" kan dat niet.
Revolutie vernietigt welvaart
Socialistische revoluties leiden altijd tot economische chaos omdat zij de prikkels voor productie, sparen en investeren vernietigen. Zelfs de best bedoelde herverdeling maakt iedereen armer.
Conservatieve privileges onder vuur
Molinari was even kritisch op conservatieven als op socialisten:
Protectionisme is diefstal
Handelsbeperkingen zijn een vorm van georganiseerde diefstal waarbij bepaalde groepen worden bevoordeeld ten koste van consumenten. Vrije handel zou iedereen beter af maken.
Beperkt kiesrecht is hypocriet
Conservatieven verdedigen eigendomsrechten maar willen tegelijkertijd de politieke macht beperken tot eigenaren. Echte eigendomsrechten hebben geen democratische legitimatie nodig.
Aristocratische privileges ondergraven de markt
Titels, monopolies en speciale behandeling verstoren de natuurlijke werking van markten. Echte aristocratie ontstaat door meritocratie, niet door privileges.
Citaten
"Als concurrentie goed is voor alle andere goederen, waarom zou het anders zijn voor veiligheid?"
"Het staatsmonopolie op geweld is het meest schadelijke van alle monopolies."
"Geen mens heeft het recht een ander mens te regeren zonder zijn toestemming."
"De productie van veiligheid is onderworpen aan dezelfde economische wetten als de productie van brood."
"Wat we 'publieke goederen' noemen zijn meestal gewoon goederen die de staat heeft gemonopoliseerd."
Historische impact
"De avonden in de Rue Saint-Lazar" had onmiddellijke en langdurige impact:
Onmiddellijke reactie (1849-1850)
De economen van de Guillaumin-groep verwierpen Molinari's ideeën als te radicaal. Zelfs Frédéric Bastiat, hoewel sympathiek voor Molinari's logica, vond de privatisering van veiligheid te extreem.
Lange-termijn invloed (20e eeuw)
Murray Rothbard ontdekte Molinari's werk in de jaren 1960 en erkende hem als de eerste anarcho-kapitalist. Hans-Hermann Hoppe en andere moderne denkers bouwen nog steeds voort op Molinari's inzichten.
Intellectuele erfenis
Het boek toont aan dat anarcho-kapitalistische ideeën geen moderne fantasie zijn maar een logische conclusie uit klassieke economische principes. Molinari bewees dat je consistent moet zijn: als je gelooft in vrije markten, moet je ze verdedigen voor alle sectoren.
Relevantie voor vandaag
Molinari's argumenten blijven relevant voor moderne debatten:
Privatisering van overheidsdiensten
Zijn logica voor het privatiseren van politie, onderwijs en infrastructuur wordt nog steeds gebruikt door voorstanders van kleine overheid.
Kritiek op overheidsmonopolies
Zijn analyse van waarom monopolies slecht zijn geldt nog steeds voor moderne overheidssectoren zoals gezondheidszorg, onderwijs en transport.
Alternative to democracy
Zijn visie op vrijwillige associatie biedt een alternatief voor democratische dwang — relevant in een tijd van toenemende politieke polarisatie.
Cryptocurrency en technologie
Moderne ontwikkelingen zoals Bitcoin en private security firms maken Molinari's visie praktischer dan ooit tevoren.
Conclusie
"De avonden in de Rue Saint-Lazar" is meer dan een historisch document — het is een revolutionaire visie op hoe mensen kunnen samenleven zonder dwang. Molinari toonde aan dat vrijheid en orde elkaar niet tegenspreken maar versterken, en dat concurrentie en samenwerking hand in hand gaan.
Het boek blijft uitdagen omdat het de logica van de vrije markt doortrekt naar haar uiterste consequenties. Als je gelooft dat mensen verantwoordelijk zijn voor hun eigen leven, dat vrijwillige uitwisseling beter is dan dwang, en dat concurrentie leidt tot vooruitgang, dan kun je Molinari's conclusies moeilijk vermijden.
In een wereld waarin overheden falen bij het leveren van veiligheid, onderwijs en welvaart, blijft Molinari's vraag relevant: waarom accepteren we monopolies voor de meest essentiële diensten? Zijn antwoord — dat we dat niet zouden moeten doen — is nog steeds even radicaal als in 1849.
Over de auteur
