De Stikstofstaat: een proces tegen de werkelijkheid
Het artikel presenteert een bureaucratisch potje touwtrekken — tussen ministerie, provincie en rechter — als een normale, zelfs wenselijke gang van zaken. Alsof het volkomen logisch is dat beleid pas écht beleid wordt zodra het zichzelf via rechtszaken heeft aangeklaagd, gecorrigeerd, heronderhandeld en opnieuw uitgerold. De centrale absurditeit – dat boeren jarenlang in een juridische achtbaan worden gegooid vanwege abstracte rekenmodellen – wordt nergens bevraagd. Alles ademt: de regels zijn heilig, alleen de uitvoering moet beter. De lezer blijft achter met het gevoel dat chaos gewoon 'hoe beleid werkt' is.
Wie schrijft hier eigenlijk de wetten?
Wanneer een 'conceptambtenarennota' over stikstof uitlekt, buitelen Kamerleden en milieuclubs over elkaar heen om de juiste verontwaardiging uit te spreken. De NOS fungeert daarbij – geheel onbedoeld uiteraard – als klankbord van wat Murray Rothbard ooit omschreef als "de clerus van de moderne staat": technocraten, juristen en NGO's die vanuit hun morele verhevenheid bepalen wie mag boeren, bouwen of bestaan. Dat een rechtsstaat zich niet laat besturen door geheime memo's lijkt niemand te deren.
De overheid als pyromaan-brandweerman
Wat in geen enkel artikel staat, maar wat elke libertariër onmiddellijk opmerkt: de staat die nu met juridische dwang wil 'stikstofproblemen' oplossen, is exact dezelfde entiteit die dit probleem eerst heeft gecreëerd. Door decennialang landbouwbeleid te centraliseren via Europese subsidies, intensivering aan te moedigen, woningbouw te reguleren tot verstening toe, en natuurbeheer te politiseren, is een irrationeel web ontstaan waarin elk stukje grond tegelijkertijd woning, weiland én wildernis moet zijn. Vervolgens meet men met modellen, roept 'de natuur is overbelast' – en kondigt dan beleid aan dat boeren moet uitkopen en woningen moet uitstellen.
In een vrije markt zou geen centraal planbureau bepalen hoeveel koeien een boer 'mag' hebben op basis van een gestandaardiseerd rekenmodel. De enige relevante beperking zou zijn: veroorzaak je aantoonbare schade aan het eigendom van een ander? Als een boer met zijn uitstoot werkelijk schade toebrengt aan zijn buurman of diens land, dan biedt het eigendomsrecht via het civiele recht een oplossing. Niet via een Haagse spreadsheet, maar via aansprakelijkheid en bewijs. Zonder subsidies, zonder bestemmingsplan-kunstgrepen en zonder 'piekbelasters' als zondebok. Zonder de bemoeienis van een bureaucratische bovenlaag was intensieve veehouderij simpelweg niet rendabel geworden op de schaal die nu wordt bekritiseerd. De markt had gecorrigeerd via kosten, risico en directe onderhandeling tussen buren – niet via politieke arbitrage op basis van virtuele modellen.
Van eigendom naar vergunning
Ron Paul zou zich afvragen: hoe kan het dat mensen zomaar hun boerderij, hun bestaansrecht, hun plannen verliezen op basis van een berekening? In een vrije samenleving is eigendom heilig. In de stikstofstaat is eigendom tijdelijk bruikleen, afhankelijk van de laatst bijgewerkte Excel van het Planbureau. De juridische strijd die nu losbarst – "rechtszaken stapelen zich op", meldt de NOS haast enthousiast – is slechts symptoombestrijding. De ziekte is dat de overheid überhaupt mag bepalen hoeveel stikstof een boerderij 'mag uitstoten' op basis van schimmige normen en ecologische gevoeligheden die geen rechter begrijpt.
Het artikel ademt een vanzelfsprekend vertrouwen in de maakbaarheid van natuur, klimaat én juridisch beleid. Alsof het oplossen van stikstof geen vraag is van duizenden individuele belangen en ondoorgrondelijke natuurlijke processen, maar van "het goed op elkaar afstemmen van maatregelen". De lezer wordt meegenomen in een wereldbeeld waarin plannen, modellen en wetgeving superieur zijn aan ervaring, eigendom en marktwerking. Wanneer de NOS spreekt over "belangenorganisaties die zich zorgen maken" bedoelt ze zelden boeren. De echte zorgen komen van 'de Raad voor de Leefomgeving', 'Natuurmonumenten' en 'het Rijk'.
De kern van de stikstofpolitiek is niet ecologisch, maar ideologisch. De onderliggende doctrine is dat de overheid het recht heeft om de samenleving opnieuw in te delen op basis van ecologische doelstellingen – doelstellingen die voortdurend verschuiven, nooit af zijn, en altijd méér bevoegdheden vereisen. In deze logica is niet het recht op eigendom of ondernemen leidend, maar het recht van de overheid om alles te meten, herindelen, en compenseren. Rothbard zou dit het uiteindelijke failliet van eigendomsrechten noemen: als jouw land, bedrijf of huis niet méér is dan een administratieve categorie in een overheidsdatabase, dan ben je een pachter van Leviathan.
De ironie? In naam van 'natuurherstel' worden boeren uitgekocht met geleend geld, zodat de staat ruimte kan creëren om beton te storten. En als over tien jaar blijkt dat de modellen niet kloppen, krijgen we waarschijnlijk géén excuses – maar een nieuw pakket maatregelen. Misschien iets met CO₂-dalingsrechten. Of zonlichtquota. Wat meetbaar is, is reguleerbaar. Wat van jou is, is onder voorbehoud. Welkom in de stikstofrepubliek.