
Een kenteken voor je gehoorzaamheid
In de eindeloze soap van vooruitgang presenteert de overheid zichzelf als bezorgde huisvader: streng, maar rechtvaardig. Nieuwe regels worden gebracht als vanzelfsprekendheden, noodzakelijkheden zelfs, verpakt in een gemoedelijke checklist voor de brave burger. Dat sommige wetten enkel bestaan om het bestaan van de wetgever te rechtvaardigen — dat detail verdwijnt als een voetnoot onder de streep door designerdrugs.
De zesmaandelijkse ceremonie van gehoorzaamheid
Het is weer zover: de Nederlandse burger wordt getrakteerd op het halfjaarlijkse ritueel van "wat verandert er per 1 juli". Als een kalenderfeest van de onderwerping worden nieuwe verplichtingen, verboden en betuttelingen over ons uitgestrooid, verpakt in een vriendelijk NOS-artikel met bullet points en hyperlinks. Een kenteken voor je elektrische step, een verbod op stoffen waar niemand een slachtoffer van is, en o ja — voor de zekerheid nóg wat regels over je zorgverzekering.
Wat opvalt is niet zozeer wát er verandert, maar hoe volstrekt normaal het wordt gevonden dát het verandert.
Etienne de La Boétie zou het fascinerend hebben gevonden. Hoe vrijwillig mensen hun eigen boeien aanmeten, zolang die maar geleverd worden met een keurmerk en QR-code. De staat hoeft zijn macht niet langer te verantwoorden — hij hoeft haar slechts periodiek te actualiseren. Iedere nieuwe regel is een vanzelfsprekende voortzetting van de vorige, en iedere burger die zich afvraagt waar dit eindigt, krijgt het antwoord in de vorm van een volgende update.
"Het verbazingwekkendste is niet dat er tirannen zijn, maar dat er slaven zijn die zich vrijwillig onderwerpen." — Etienne de La Boétie, Discours de la servitude volontaire (ca. 1548)
Slachtofferloze misdaden: de perfecte wetgeving
Lysander Spooner zou vooral met de zogenaamde designerdrugwet gehakt hebben gemaakt. De overheid bant voortaan niet een stof, maar een hele categorie van potentiële stoffen — op basis van structuur en vermoedelijke werking. Geen schade hoeft te zijn vastgesteld, geen slachtoffer hoeft zich te hebben gemeld. De wetgever veronderstelt kwaadwillendheid, en handelt preventief. Dit is geen rechtsorde, maar alchemistische toverwetgeving.
Stel je een markt voor waarin jij en ik vrijwillig goederen ruilen. Jij verkoopt mij een stof waar jij tevreden over bent, ik gebruik het uit vrije wil. In Spooners visie is dit niet alleen moreel toelaatbaar, het is de essentie van vrijheid: mensenrechten kunnen niet afhankelijk zijn van goedkeuring door een externe autoriteit. Maar in de moderne wetgevingslogica geldt precies het omgekeerde: vrijheid is een privilege, geen recht, en privileges kunnen per 1 juli aangepast worden.
De zelfrijdende nachtwakerstaat
Dan de elektrische step. Hij moet nu een kenteken, want "de populariteit neemt toe" en "de regels zijn onduidelijk". In plaats van de oorzaak van verwarring te zoeken bij een overgereguleerd en inconsistent juridisch kader, kiest de overheid voor wat zij altijd kiest: méér van zichzelf. Let wel: het gaat hier niet om overlast, gevaar of doden. Het gaat om controle. Registratie. Verantwoordelijkheid, maar dan alleen van onderop.
De vrije markt zou deze verwarring niet hebben laten ontstaan. Fabrikanten zouden gestandaardiseerde modellen leveren, verzekeraars zouden redelijke eisen stellen, en consumenten zouden zich gedragen naar risico en behoefte. Maar in de wereld van de staat wordt het individu niet vertrouwd — alleen gecategoriseerd. De mobiliteit van de burger is slechts toegestaan als deze in een databank past.
De verzopen kikker in juliwater
Wat deze wetswijzigingen delen, is hun trivialiteit. Ze zijn klein, technisch, gedepolitiseerd. Maar hun effect is cumulatief. Zoals een kikker niet merkt dat hij wordt gekookt als het water langzaam opwarmt, zo merkt de burger niet dat hij zijn bewegingsvrijheid, zijn lichaam en zijn bezittingen stukje bij beetje verliest. Iedere stap "maakt de samenleving veiliger", totdat er geen samenleving meer over is die vrij kan ademen.
In een samenleving die werkelijk vrij is, zouden wetten zeldzaam zijn, begrensd en gericht op bescherming van eigendom en lijf. Ze zouden niet dienen als instrument voor gedragsengineering of symbolisch moraalmanagement. Maar dat zou betekenen dat de wetgever zichzelf beperkingen oplegt — en dát is nu juist wat per 1 juli ondenkbaar blijft.
Een kenteken, een verbod, een update — het zijn de pixels van een groter beeld: een samenleving die zich vrijwillig laat digitaliseren, reguleren en infantileren. Het echte gevaar zit niet in de regels, maar in de rust waarmee we ze aanvaarden.