
De loonsverhoging van de keizer
De NOS portretteert het salarisdebat als een ongemakkelijk maar noodzakelijke "politieke afweging" binnen een verder legitieme zoektocht naar een nieuwe centrale bankpresident, waarbij morele vragen over geld, macht en verantwoordelijkheid niet eens als decorstuk fungeren.
Terwijl de Nederlandse Staat worstelt met het vinden van een geschikte opvolger voor Klaas Knot bij De Nederlandsche Bank, lijkt het probleem niet de inflatie, het monetaire beleid of de grondwettelijkheid van de centrale bank te zijn, maar… het salaris. Of preciezer: de precieze hoogte van het salaris. Geen zorgen dus, burger: de instituties functioneren nog, alleen even haperend op het gebied van loonschalen.
Dat de politiek mee mag beslissen over de beloning van de nieuwe DNB-president wordt in het artikel als vanzelfsprekend gepresenteerd – "natuurlijk speelt de Tweede Kamer een rol" – zonder dat iemand zich afvraagt waarom een zogenaamd onafhankelijke toezichthouder überhaupt afhankelijk is van Haagse consensus over geld. Een centrale bank die haar eigen monetaire beleid voert, maar even op de pauzeknop drukt omdat een coalitiepartij het 'salarisplafond' ongemakkelijk vindt: het is alsof een chirurg weigert te opereren omdat de minister nog moet goedkeuren of hij een uurloon boven de CAO mag krijgen.
In de wereld van fiatgeld, zo beschrijft Saifedean Ammous, is de waarde van werk losgezongen van de waarde die het creëert. De centrale bankier is niet langer een bewaarder van geld, maar een manager van vertrouwen, een illusionist in maatpak die rentevoeten en liquiditeitsstromen regisseert om de façade van stabiliteit te bewaren. Dat deze functie ook nog een vorstelijk salaris vereist – en dat over dat salaris dus maandenlang wordt vergaderd in de wandelgangen van de politiek – is slechts de natuurlijke uitkomst van een systeem waarin het geld zelf geen anker meer kent. Waarom zou iemand het economisch kompas van een land willen zijn voor een normaal loon, als hij ook de stuurman van de illusie kan worden?
Ron Paul zou er geen seconde over twijfelen: het bestaan van een centrale bank is al een misdrijf tegen economische eerlijkheid, los van wie de voorzitter is of wat hij verdient. "Audit the Fed" is in dit geval niet alleen een Amerikaanse slogan, maar een morele noodzaak. De Nederlandse burger betaalt belasting in euro's waarvan de koopkracht wordt ondermijnd door hetzelfde orgaan dat ook nog zijn eigen salaris laat goedkeuren door een politiek die het woord "onafhankelijk" uitsluitend semantisch begrijpt.
En dan het mooiste: "een te hoog salaris kan politiek gevoelig liggen," aldus de NOS, wat impliceert dat het probleem niet is dat de centrale bank via inflatie onzichtbare belasting oplegt aan miljoenen mensen, maar dat het gênant zou zijn als dat gebeurt terwijl de nieuwe voorzitter bovenmodaal verdient. Het is de morele logica van het imperium: het bankgebouw mag op een piramide van schuld rusten, zolang de vlag bovenop maar bescheiden wappert.
Als de markt had mogen kiezen wie het geld bewaakt, dan had ze nooit voor een politieke benoeming gekozen. Ze had goud gekozen, bitcoin, of een ander schaars goed dat zich niet laat beïnvloeden door coalitieoverleggen of Mediacode. Maar in plaats daarvan hebben we een publieke instelling die niet publiek functioneert, een toezichthouder die tegelijk systeemarchitect is, en een journalistiek die verslag doet van het salaris alsof het om een transfer in de Eredivisie gaat.
Misschien is dat wel de grootste tragiek van onze tijd: niet dat de keizer geen kleren draagt, maar dat het volk druk is met het bespreken van zijn loonstrook.