Bevriezen wat er niet is

Bevriezen wat er niet is

3 juni 2025
Zonder enige gêne verkoopt de staat haar eigen blunders als compassie. De NOS speelt mee in dit theater, waar elk beleid een daad van zorg lijkt en elk effect een onvoorzien natuurverschijnsel.

In het nieuwste hoofdstuk van de tragikomedie die we "huurbeleid" noemen, probeert het demissionaire kabinet het idee van een huurbevriezing nieuw leven in te blazen. Niet vanwege economische logica, laat staan juridische houdbaarheid – de Raad van State noemt het 'onzorgvuldig' – maar omdat men nu eenmaal iets moet doen, of op zijn minst iets moet lijken te doen. Want waar overheidsfalen zich ophoopt, is de roep om nóg meer overheidsingrijpen nooit ver weg.

Het plan is even eenvoudig als destructief: voor een half miljoen woningen zouden de huren tijdelijk niet stijgen. Wat de NOS als een daad van sociale rechtvaardigheid presenteert – "een deel van de huurder beschermen" – is in wezen niets anders dan een politieke schijnbeweging die de oorzaak van het probleem in stand houdt. De staat, die met haar eindeloze regels, stikstofhindernissen, bureaucratische bouwvergunningen en belastingen de woningbouw heeft vastgezet, komt nu met het lumineuze idee om de gevolgen daarvan op te lossen door de prijzen te bevriezen. Niet het aanbod vergroten, maar de thermometer kapotslaan. Dat soort denken noemde Bastiat al in 1850 een blindheid voor het onzichtbare gevolg.

Wat men namelijk níét ziet: dat deze huurbevriezing de kasstroom van woningcorporaties ondermijnt, de animo voor nieuwbouw verder verlaagt en de wachttijden alleen maar verlengt. Maar vooruit, voor de bühne klinkt het fantastisch. De huurder wordt gered! Tot je beseft dat er straks geen huizen meer bijkomen om in te wonen. Het is alsof je een drooggelegde vijver probeert te vullen door het laatste water te verbieden te verdampen.

Intussen blijft de vrije markt, zoals altijd, ongehoord. Geen enkel moment overweegt men dat een markt met minder regels, lagere belastingen, snellere procedures en werkelijke eigendomszekerheid vanzelf zou leiden tot meer aanbod, concurrentie en – god verhoede – lagere huren. In een dergelijke wereld zou het monopolie op woningbouw niet in handen liggen van centrale planners die voor elke steen een vergaderstructuur optuigen, maar van mensen die werkelijk begrijpen wat schaarste betekent.

Het meest pijnlijke is misschien nog wel de morele pose waarmee dit alles gebracht wordt. Politici en media schilderen het af als een "noodmaatregel" in "tijden van crisis". Maar de crisis is hun werk. Het vuur werd aangestoken door exact diezelfde instellingen die nu naarstig marshmallows boven de vlam houden en doen alsof ze de brand blussen.

Wie op een bevroren markt wil overleven, doet er goed aan geen beleid te verwachten dat warmte brengt. De overheid vriest prijzen in alsof ze natuurwetten kan manipuleren. Maar zoals Bastiat al wist: je kunt niet nemen wat er niet is. Zelfs niet met een wet. Misschien wordt het tijd dat we niet meer vragen om nieuwe regels, maar om minder fantasie.